For Heaven`s Sake

Galili Dance
di 12 mrt 20:15
di 12 mrt ’02
20:15
  • di 12 mrt ’02
    20:15
    Geweest
FOR HEAVEN`S SAKE, de groots opgezette nieuwe voorstelling van Galili Dance wordt abstracte dans in een extreem fysieke en brutale vorm gecombineerd met theatrale symboliek.
In verschillende secties wisselen de veertien dansers van Galili Dance momenten van spectaculaire snelheid af met momenten van intieme en theatrale verstilling.

De choreografie van Itzik Galili wordt live begeleid door vijf musici uit het Midden Oosten. De Nederlandse componist Jaap van Keulen combineert in zijn muziek het gebruik van traditionele oosterse instrumenten met moderne elektronica.

Choreograaf Itzik Galili over de voorstelling:
“Deze voorstelling is een ode aan de wereld waar ik vandaan kom en die ik wil gedenken. Waar sommige mensen zich laten verleiden tot geweld als ware het poëzie. Waar ontkenning heerst als een besmettelijke ziekte. Maar ook, waar mensen moeten zien te overleven met wonden die nooit meer helen en verlies dat nooit meer goed komt. Het is niet mijn bedoeling om te beschuldigen of veroordelen. Wat ik doe is een poging om meer te doen dan over die pijn na te denken; een poging om mijn emoties wakker te roepen – en die van u – om te schreeuwen: genoeg!”

FOR HEAVEN`S SAKE ging op vrijdag 30 november 2001 in première tijdens het Holland Dance Festival ( www.hollanddancefestival.com) in het Lucent Danstheater, Den Haag.
============================================

INTERVIEW MET ARTISTIEK LEIDER ITZIK GALILI

============================================

“Een geweer op het toneel, dat kan niet meer”

Interview door Ingrid van Frankenhuyzen,
NRC Handelsblad, 25 oktober 2001.


Geweld en gebrek aan communicatie, dat is wat de Israëlische choreograaf Itzik Galili om zich heen ziet. Hij verwerkt het in zijn nieuwe ballet For Heaven’s Sake. “ Ik maak me zorgen om de wereld”.

Hij moet zelf lachen om het cliché, maar het was de liefde die Itzik Galili naar Nederland voerde. Inmiddels is de ex-danser van onder meer de Batsheva Dance Company aan zijn tienjarig jubileum als ‘ Nederlands’ choreograaf toe. In die tien jaar werkte hij voor gezelschappen als het Nederlands Dans Theater, het Scapino Ballet en diverse buitenlandse groepen. De zaken gingen zo goed dat hij in 1997, bij de opheffing van het Groningse Reflex, een eigen gezelschap mocht oprichten: Galili Dance. Daarmee werd hij de eerste buitenlander met een eigen troupe. Maar al vindt Galili het een eer, Groningen is soms wel ver weg van het danswereldje, dat zich in de Randstad bevindt.
De afstand betekent weinig exposure, en noodzakelijkerwijs veel reizen voor de dansers. Ook dit korte interview vindt telefonisch plaats. Een kleine diaspora in Nederland? “ Misschien wel”, zegt Galili (1961). “ Ik was en ben hartstikke welkom hier in het noorden, al moesten we er hard voor werken, maar niemand komt uit het westen naar ons toe. Een beetje een no man’s land, zo voelt het, en dat heb ik ook met mijn vaderland. Ik mis Israël als ik hier ben en Nederland als ik daar ben. Mijn roots liggen daar, terwijl ik me in Nederland professioneel ontwikkeld heb. Het blijft een pijnlijk conflict.
Het conflict als metafoor is ook het thema van zijn nieuwe jubileumchoreografie, For Heaven’s Sake, die in november tijdens het Holland Dance Festival in Den Haag in première zal gaan. In samenwerking met het Portugese moderne dans-gezelschap Ballet Gulbenkian stelt Galili zich de vraag waarom mensen er schijnbaar zo’n plezier aan beleven elkaar te bevechten. De choreografie gaat weliswaar niet over de strijd tussen Israël en de Palestijnen van de afgelopen anderhalf jaar, of over alles wat er na de aanslagen in Amerika is gebeurd, maar Galili maakt zich wel zorgen over de toestand in de wereld. For Heaven’s Sake is mijn persoonlijke interpretatie, over de zorgen die ik me maak en de pijn die ik voel. Als ik nadenk over de consequenties van al die conflicten en het gebrek aan communicatie, bekruipt me een heel eenzaam gevoel. Telkens als ik terugga naar Israël vraag ik me af of ik er mezelf kan zijn en of anderen er zichzelf nog wel kunnen zijn. Ik was een tijd geleden in Kroatië en daar ervoer ik hetzelfde. De complete ontworteling, de angst. Wat dat betreft heeft de wereld, zeker na 11 september, z’n onschuld verloren.
Op de vraag hoe je je persoonlijke gevoel en ervaringen in dans verwerkt, komt een voorbeeld: “Ik kan met m’n hand op m’n been klappen, en dan is er niets aan de hand. Doe ik het twaalf minuten lang dan wordt die plek rood en pijnlijk en door in een steeds extremer ritme door te gaan, wordt het ook pijnlijk om naar te kijken. Voor mijzelf en voor een toeschouwer is dat lichaam na twaalf minuten een ander lichaam geworden. Op zo’n manier probeer ik iets te symboliseren en het publiek te raken. Het makkelijkst zou zijn om een geweer op toneel te tonen, maar dat kun je met goed fatsoen niet meer doen na de aanslagen. De psychologische vertaalslag zit ‘m in het beperken van de ruimte voor de twintig dansers, en in het maken van ongewone bewegingen door gewrichten en ‘scharnierpunten’ van dansers te beperken. Ik ga nog niet verklappen hoe dat eruit komt te zien, maar het zal zeker iets met je doen.”
Itzik Galili gaf Jaap van Keulen de opdracht om de muziek voor For Heaven’s Sake te componeren. Behalve vijf musici uit het Midden- Oosten speelt ook elektronische muziek een belangrijke rol. Volgens Galili ontstaat zo een balans tussen oost en west, en zal de muziek niet meteen afgedaan worden als Midden- Oosten folklore. Op zoek naar een balans tussen twee thuislanden, zegt Galili zichzelf nog steeds niet gevonden te hebben. In tekstfragmenten die hij schreef voor For Heaven’s Sake klinkt luid missen en verliezen door.

FOR HEAVEN`S SAKE IN
DE VOLKSKRANT

De poëzie van het geweld in Galili’s briljante dans

Recensie door Annette Embrechts, de Volkskrant, 3 december 2001

Waar ligt de pijngrens van een danser? Die vraag zoemt in je hoofd tijdens de openingsscène van For Heaven’s Sake, de nieuwste choreografie van Itzik Galili. Bijna tien minuten klappen twee mannen op hun lichamen. Eerst een rustig ritme, synchroon. Alsof ze zichzelf, het publiek, de vijf musici achter hen en de grote groep dansers in de coulissen warm willen draaien voor een energieke voorstelling. Onderwijl gaat het stoffen jasje uit, dan de broek. Ze klappen maar door. De vlakke hand tegen de knie, de borstkas, het hoofd. Hun lijven kleuren rood. Op de eerste rij houdt een ouder echt paar het niet meer uit.
Net als de ogen van dit tergende, confronterende maar ook fascinerende ritueel weg willen kijken, stormt de groep dansers van het Groningse Galili Dance en het Portugese Gulbenkian het toneel op. In slagorde stellen ze zich op om in een bedwelmende belichting het klapritme aan te vullen met getrommel. Achter hem vult het combo de percussie aan met subtiele roffeltjes. Vervolgens ontrolt zich een van de mooiste, energiekste en spannendste dansscènes van het Holland Dance Festival 2001, dat met deze voorstelling afsloot.
De groep ontploft in duetten, strak uitgelicht door cirkelspots. Dansers rennen het podium op, gooien een collega over hun schouder, trappen een ander tegen de kuit, lopen over een rug. Ze cirkelen hun benen, strekken hun armen verlangend uit om enkel leegte te omvatten, gunnen zich nauwelijks rust want het lichtplan dwingt hen weer naar een andere spot. Twintig dansers – tien uit Lissabon, tien uit Groningen - , vertolken een volk in opwinding. De dynamiek appelleert aan een clash, zonder te vervallen in een illustratief treffen.
For Heaven’s Sake gaat over de wereld waar Galili tien jaar geleden vandaan kwam: Israël, het Midden- Oosten – “Waar sommigen zich laten verleiden tot geweld als ware het poëzie”, zegt de choreograaf in de folder. Galili maakt op zijn beurt weer poëzie van het gewelddadige conflict in het Midden-Oosten in een van zijn beste voorstellingen sinds hij een paar jaar geleden in Groningen neerstreek.
Het grote ensemble het immense podium en de live vertolkte muziek verleiden hem weer tot het sfeervolle idioom waarmee hij in Nederland zo veel indruk maakte: robuust, onbesuisd, gewelddadig, geladen en toch van een fragiele schoonheid door de ontroering die met name uit de duetten opstijgt. Ook in For Heaven’ Sake vergaloppeert Galili zich soms nog aan te lange scènes en te symbolische rekwisieten zoals protheses, joods brood en borden met existentiële teksten in kapitalen. Eerdere voorstellingen gingen wel eens ten gronde aan dit soort expliciete verwijzingen.
In For Heaven’s Sake stuurt Galili echter op tijd bij door de groepschoreografie zo te orkestreren dat de geladen sfeer steeds wordt verdiept. Met dank aan de vijf musici die op fluit, sitar en percussie de toeschouwer Galili’s wereld binnen lokken zonder nadrukkelijke aanwezigheid.
De dansers slechten op hun beurt de opgelegde barrières van de medische hulpstukken met ingenieuze capriolen en uitdagende conflicten. Soms sluiten ze de rijen, soms breken ze paarsgewijs uit. Ze delen het brood maar jatten het ook uit elkaars mond.
Aan het slot wandelt een danser naar het licht en filosofeert in de woorden van Galili over dat wat deze Israëliër altijd met zich mee torst: zijn betwiste land, zijn verleden, zijn pijngrens. Voor één avond wandelde een zaal vol toeschouwers even met hem mee.

FOR HEAVEN`S SAKE IN HET
NRC-HANDELSBLAD

Recensie door
Isabella Lanz,
NRC Handelsblad,
3 december 2001


Met een geweer op het toneel het wereldleed verbeelden kan niet meer, zei choreograaf Itzik Galili onlangs in deze krant. Zeker niet na 11 september. Hoe dan wel de pijn en zorg uit te drukken die hij voelt om het uitzichtloze conflict in zijn geboorteland Israël, of om de ellende elders in de wereld? Bij de opening van For Heaven’s Sake plaatst hij twee dansers op het podium. Met hun handen ketsen ze minuten achtereen op hun bijna naakte lijf, eerst in een fraai ritmisch patroon, dan rauwer en harder. Geseling, rouw, zelfverminking. Die trits benauwende beelden roept het duo op. Galili maakte For Heaven’s Sake voor twintig dansers, leden van het Portugese Gulbenkian Ballet en van zijn eigen Galili Dance. De plaats van handeling moet wel het Midden-Oosten zijn. Die kleur bezit althans de muziek die Jaap van Keulen componeerde: donker slagwerk, afgewisseld met melancholieke klanken die vijf musici uit hun traditionele instrumenten tover.
Na een uniforme trommeldans volgt opnieuw een heftig deel. De dansers dragen dan protheses, door Ascon de Nijs inventief ontworpen hulpstukken die aan armen of benen zijn bevestigd. Daarop strompelen ze voort als opgejaagd wild dat bedreigd lijkt te worden door een onzichtbare vijand, tot ze elkaar struikelend onder de voet lopen. Hoogtepunt in deze wrange scène is een monoloog die Stephen Shropshire, leunend op een kreupel been, bijna uitspuugt: een cynisch verslag uit The Times van september 1982, over de slachting in het Palestijnse vluchtelingendorp Chatila door Israëlische milities.
In politiek opzicht is Galili moedig, door consequent de noodzaak van de weg van rede naar vrede te blijven verdedigen. Ook in artistiek opzicht ontbreekt hem geen lef, door zo’n heikel thema uit te werken in een dansstuk dat driftige groepsdans knap afwisselt met theatrale beelden, en dat in zijn geheel uitermate geïnspireerd overkomt.

FOR HEAVEN`S SAKE IN SP!TS (december 2001)

Tussen opzwepend en subtiel

Recensie door Anneke Ruys,
Sp!ts, 3 december 2001



Passend in het thema ‘Going Places’ van het Holland Dance Festival creëerde de uit Israël afkomstige, maar in Nederland woonachtige choreograaf Itzik Galili zijn nieuwe ballet For Heaven’s Sake. Twee verschillende gezelschappen – Het Noord-Nederlandse Galili Dance en het Portugese gezelschap Gulbenkian – stonden afgelopen vrijdag naast elkaar op het podium van het Lucent Dans Theater in Den Haag voor een avondvullende voorstelling, begeleid door musici uit het Midden-Oosten.
Traditionele oosterse klanken in combinatie met elektronica vormden de balans tussen oost en West. Het werk van Galili kenmerkt zich door de combinatie van dans met theatrale elementen. De voorstellingen zijn aan de ene kant abstract en spectaculair en aan de andere kant intiem en poëtisch en de choreograaf gebruikt kunst om een dieper inzicht te geven in het menselijk bestaan. For Heaven’s Sake portretteert de wijze waarop Galili zijn zorgen uit over de huidige toestand in de wereld en de pijnen die hij hierover voelt.
De dans is abstract en extreem fysiek in combinatie met theatrale symboliek Die symboliek is meteen voelbaar in de eerste scène van de voorstelling. Twee mannen klappen met de handen op de benen, eerst langzaam en daarna steeds sneller, uiteindelijk uitmondend in een extreem ritme. Tien minuten lang gaat het klappen door totdat het door de rode plekken bijna pijnlijk en beklemmend wordt om naar te kijken. Dan bevolkt de groep dansers het podium gevolgd door de musici die het publiek met magische klanken opzwepen.
For Heaven’s Sake slingert je heen en weer tussen spectaculaire snelheden en momenten van volledige intimiteit. Dans, lichteffecten en oosterse muziekklanken weten brute en subtiele momenten knap af te wisselen. Op het podium maken de dansers slepende, ongewone bewegingen en portretteren ontworteling en angst. For Heaven’s Sake is krachtig en intens, theatraal zonder overdrevenheid. Een voorstelling niet om te zien, maar om te beleven.

NIEUWE RECENSIE TRANSPARENT (oktober 2001)

De vrouw, de vrouw

Recensie door Herman Sandman, Groninger Gezinsbode, 31 oktober 2001


Bedek eens een podium met rijst, of nee, laat stromen witte korrels op een vrouw neerdalen en zie wat er gebeurt. Galili Dance deed het zaterdag in het Grand Theatre en een wonderlijke wereld opende zich in Hamutz Matok, een wereld van de vrouw volgens Sara Wiktorowicz en Michal Sharon. Nog indrukwekkender waren de creaturen in Trepverter, waarmee het drieluik Transparent werd afgesloten. Ook voor het noordelijke dansgezelschap is het seizoen geopend. En hoe.
Wiktorowicz en Sharon tekenden voor de uitvoering van alledrie de duetten en toonden zich in deze onaardse choreografieën kwetsbaar, ongepolijst (lees: puur), maar vooral krachtig.
Zowel in het door hun zelf geschreven stuk, als in het veelbekroonde Rose can’t wait van Ronit Ziv en Trepverter van Jordi Cortés Molina. Bewegingen leken onaf, alsof de personages twijfelden, moesten wennen aan zoveel intimiteit en vrijheid. Maar dat was natuurlijk niet zo. De dames waren scherp en vol passie.
In het openingsstuk van Ziv vormden bloempotten een ondertekening. De rij veranderde van geordend, tot chaos, tot kapot gegooid. Onderwijl verwerd de dans van synchroon tot wanhopig gekronkel, waarin de in DDR-grijs gestoken danseressen bijna vrij worstelden. Ondersteunen, afstoten en elkaar omhoog sleuren. Onhandig. Was het wel een bevrijding? De klaterende rijst in Hamutz Matok bleek van een wonderbaarlijke schoonheid. Van deze bijna fragiele setting ging het naar een slingerende bruidstaart, waar Sara en Michal gebiologeerd naar keken. Wiktorowicz en Sharon bewogen zich door een spectrum van stemmingen. En de vrouw zou geen vrouw zijn, als dat niet intens was.
Nog een stapje verder ging Trepverter, waarin een compleet verhaal. Scenes sprongen van een verwoestend feestje tot een schimmenspel met twee kasten op ‘the day after’. Er werd gesproken, geschreeuwd zelfs, met kreten van frustratie en woede. Helemaal van een andere wereld waren de gemaskerde creaturen die Wiktorowicz en Sharon uit hun lichamen toverden. Kronkelende wezens. Waren dit ook vrouwen?

RECENSIE TRANSPARENT
(oktober 2001)

Galili Dance indrukwekkend in aangepunte gevoeligheid

Recensie door Minke Muilwijk, Nieuwsblad van het Noorden, 26 oktober 2001

In de korte stilte tussen het doven van de toneellampen en het aangaan van het zaallicht, hoorde je de hijgende ademhaling van twee danseressen die ontwaakten uit hun concentratie. Zo’n moment van spanning op het punt van breken, dat is altijd prachtig, en het was gisteravond maar één van de ervaringen die je in de zaal op scherp hielden. De drie duetten die Michal Sharon en Sara Wiktorowicz van Galili Dance onder de noemer Transparent over het voetlicht brachten waren stuk voor stuk indrukwekkend in hun uitgelijnde symmetrie en aangepunte gevoeligheid.
In Rose can’t wait, de dubbel bekroonde choreografie van Ronit Ziv, zag je eerst afstand en beheersing in steile diagonalen, een rij bloempotten in het gelid, die zich laten stapelen, rangschikken en kapot gooien op het dwangmatige ritme van de muziek van Gil Wasserman. Waarna een bewegingloos, stil afwachten in een bijna dierlijke waakzaamheid, overgaand in slepende, vloeiende elegante bewegingen van elkaar onderuithalen en weer oprichten, wegduwen en opvangen. Het straalde kracht uit, en intensiteit, het was theatraal zonder voordelig ogende poeha, ernstig en lichtvoetig tegelijk. Er zat adem en humor in de hele voorstelling, in de kamikazeoefening aan een denkbeeldige barre in Molina’s Trepverter, in de ritselende regen van rijst en de bruidstaart die voorbij kwam vliegen in Hamutz Matok. Je zag de danseressen een stukje opvoeren van languisante wuifjes en verveelde blikken, of zich foetaal oprollen tussen de knisperende rijstkorrels, in halflicht. In het wellesnietes van zwei Seelen sind, ach in meiner Brust spraken Sharon en Wiktorowicz een taal van energieke poëzie, het lichaam in samenspraak met woord en mimiek. Zoals ook de schoonheid van Molina’s Trepverter alles had te maken met de emotionele kracht van hun fysieke beheersing. Dat gaf hun dans de intensiteit die zich in de concentratie meedeelde aan de zaal, waarvan je je pas bewust werd op het moment dat het toneellicht doofde.

RECENSIES FRANKRIJK (september 2001)

Article written by: Marie-Christine Vernay, Liberation, September 2001




At the festival Biarrot “a time of love” four tender and cynical pieces from the Israeli choreographer Itzik Galili: The “Shalom” of Galili

The festival is called: ‘a time of love’. A modest title but not really a good one although we got used to it. On the evening of Tuesday 11 September while the company of the Israeli Itzik Galili was performing in the Salle du Casino, the title of the festival momentarily did make sense, even more because this theme is directing the choreographer in his actions, in his life and in it’s conception itself of a multicultural company set in Groningen in a passionate fight for peace. The programme he proposed especially for Biarritz with three short pieces from 1995 and one more recent from last year, is not representative of his work as a whole especially with his young company created only two years ago, but it places him very clearly on the side of choreographers who are focused on subjects like philosophy and humanity . Even playing around with his way of expressing himself with a very sharp cynical humour, he is a man very evidently wounded and has put himself on the side of the underdog, his performances are of filled with grand tenderness and delicacy without a shade of military organisation in the space as well as in movement.

Solitude
This is very noticeable in For many days now, a very simple piece without pretence. The stage is filled with white roses, strictly and sadly spread as if to signify a military symmetry. A man leans over the dead child he is. The entering of a female dancer, who slowly picks the flowers, will almost change nothing: a very small beginning of a duet in unison. He will again start his solitary ritual. The second duet appears less tasty: Between L…, rhythmed by the text-sound of Galili, is of a classical fabric, a non communicative dialogue and a shower of light. Things I told nobody which dates from 2000, is acting as an alarm-bell in the way that it demonstrates the talent of a choreographer in its full development who is already an author of structured works for Ballet du Nord and Les Ballets de Monte-Carlo. It all starts with the illumination of the floor, which announces the solo of a soldier without guns and one lamp. The classical hits come one after the other on the sound tape. All mixed in a style which Itzik Galili does not have or does not want, at least for now. He is searching, creating in a still timid way around his own cynicism (which is not harmful) and around a wound that is still not healed. Without any doubt we will see him again.

--- -----------------------------------------------------------

Article written by:
Muriel Steinmetz, L’Humanité, September 2001

Born in Tel Aviv, living in Holland, Itzik Galili is presenting himself for the first time in France. Previously a dancer at the Batsheva Dance Company he presented four pieces in Biarritz, including Things I told nobody, his latest creation and For many days now, a duet, where the choreographer makes his dancers move in a garden of Eden filled with flowers, stuck in the ground. The defiant proposition, by the man, consists of playing the role in reverse order, once the flowers are picked by his partner. His hands are strongly designed and are moving in the air inviting the flower to grow. In the second section, he is constantly repeating his gesture as a woman cuts and takes away from him the plants from under his eyes. Like this we are going from full to empty, from the visible to the invisible for this work which is not short of breath. Biblical.

When You See God Tell Him, another duet, is asking two bodies to come and touch themselves less than touch each other, which are executing snake like movements together. The dance floods, lightly, without drama from one body to the other. It is fast, very technical, and eventually filled with mystic. The basic situations grow with time and the duet from physical is changing into a spiritual happening. Her buns stretch toward the man we would think that she is first offering herself. but It is that he is leaning over the keyhole she appears to look for truth. The stage is vibrating from elsewhere towards a point which the bodies are stretching themselves with all their muscles and their nerves.
Between L…. Dressed in purple shorts with magnificent printing, imprisoned in a halo of light, in a diagonal from one to the other and in unison. The dancers play and replay the same codes as if they were repeating a scene. The movements are doubled while a flirtatious conversation is held without any restrictions, which leaves them breathless. Between the words and the gestures the rhythm is very accurate without anything added but a complete investment in the space, physically or mentally. As the time passes the movements seems so well incorporated that the minds of the audience are only focused on the conversation. The bodies become a simple instrument of the dance. They are answering to this signals he is giving you to see. Finally Things I Told Nobody is likeable in parts. We like the opening scene: a dancer is moving in a restricted space. He bends poetical in the small restricted territory. Then multiple lamps are lighting up in an atmosphere filled with smoke. Other silhouettes appear, moving with small gestures, oppressed by the weight of an imaginary ceiling. Strapped into animal like skins the silhouettes evolve on melody of Mozart, Vivaldi, Händel, Purcell and not forgetting Satie in the final solo. The contrary triumph of the bodily tension in this classical dance, the group of dancers are executing a broken, crashing choreography, sometimes warlike but not without humour. Bravely gracing their steps on the de-figured notes of the rhythmic suspensions of the piano.

RECENSIES ISRAëL (juli 2001)

Article written by:
Ruth Eshel, Haartz (juli 2001)





From Holland we have the excellent modern dance company of Itzik Galili. Things I Told Nobody is an original in it’s movement language and intimate nuances. The interpretation from the dancers was shining with quality. The dance reminded me of the style of Mark Morris in the rich imagination and usage of space and the focus on pure movement.
The Drunken Garden was a celebration of dialogue between the dancing body and the body as an instrument through sounds, voices, tapping and drumming. The work is a bit long but the surprising end makes the whole piece to a big hit.

----------------- ----------------------------------------------------

Article written by:
Ora Brafman, The Jerusalem Post (juli 2001)

ITZIK GALILI, a former Batsheva dancer, established his own company in Holland, where the conditions for dance are more favorable.
Several years have past and only now can we enjoy the fruits of his endeavors on local stages. In that time, he has acquired a rather fine reputation abroad.
Galili has included Things I told nobody and The Drunken Garden – a finely balanced performance that offers a good look at what he has been doing.
Perhaps, the most impressive impression of his work, is the way he uses his dancers to the utmost in terms of attentiveness, concentration and precision. The first piece displayed his original movement vocabulary and qualities such as inner intensity, controlled energy and, surprisingly, a measure of modesty.
The second work reveals Galili’s wilder side and energy. In The Drunken Garden, his group has a ball and produces an in-depth orchestrated sound effect through thumping, stomping and knocking. The vocal accompaniment – made of screams, shouts and recitation of gibberish – also generates an intriguing energetic effect that is both exhilarating and unique.

Onderdeel van

Credits

choreografie: Itzik Galili
componist: Jaap van Keulen