For Heaven`s Sake
-
di 12 mrt ’0220:15Geweest
In verschillende secties wisselen de veertien dansers van Galili Dance momenten van spectaculaire snelheid af met momenten van intieme en theatrale verstilling.
De choreografie van Itzik Galili wordt live begeleid door vijf musici uit het Midden Oosten. De Nederlandse componist Jaap van Keulen combineert in zijn muziek het gebruik van traditionele oosterse instrumenten met moderne elektronica.
Choreograaf Itzik Galili over de voorstelling:
“Deze voorstelling is een ode aan de wereld waar ik vandaan kom en die ik wil gedenken. Waar sommige mensen zich laten verleiden tot geweld als ware het poëzie. Waar ontkenning heerst als een besmettelijke ziekte. Maar ook, waar mensen moeten zien te overleven met wonden die nooit meer helen en verlies dat nooit meer goed komt. Het is niet mijn bedoeling om te beschuldigen of veroordelen. Wat ik doe is een poging om meer te doen dan over die pijn na te denken; een poging om mijn emoties wakker te roepen – en die van u – om te schreeuwen: genoeg!”
FOR HEAVEN`S SAKE ging op vrijdag 30 november 2001 in première tijdens het Holland Dance Festival ( www.hollanddancefestival.com) in het Lucent Danstheater, Den Haag.
============================================
INTERVIEW MET ARTISTIEK LEIDER ITZIK GALILI
============================================
“Een geweer op het toneel, dat kan niet
meer”
Interview door Ingrid van
Frankenhuyzen,
NRC Handelsblad, 25 oktober
2001.
Geweld en gebrek aan communicatie, dat is
wat de Israëlische choreograaf Itzik Galili om zich heen
ziet. Hij verwerkt het in zijn nieuwe ballet For
Heaven’s Sake. “ Ik maak me zorgen om de
wereld”.
Hij moet zelf lachen om het cliché, maar
het was de liefde die Itzik Galili naar Nederland voerde.
Inmiddels is de ex-danser van onder meer de Batsheva Dance
Company aan zijn tienjarig jubileum als ‘ Nederlands’
choreograaf toe. In die tien jaar werkte hij voor
gezelschappen als het Nederlands Dans Theater, het Scapino
Ballet en diverse buitenlandse groepen. De zaken gingen zo
goed dat hij in 1997, bij de opheffing van het Groningse
Reflex, een eigen gezelschap mocht oprichten: Galili
Dance. Daarmee werd hij de eerste buitenlander met een
eigen troupe. Maar al vindt Galili het een eer, Groningen
is soms wel ver weg van het danswereldje, dat zich in de
Randstad bevindt.
De afstand betekent weinig exposure,
en noodzakelijkerwijs veel reizen voor de dansers. Ook dit
korte interview vindt telefonisch plaats. Een kleine
diaspora in Nederland? “ Misschien wel”, zegt Galili
(1961). “ Ik was en ben hartstikke welkom hier in het
noorden, al moesten we er hard voor werken, maar niemand
komt uit het westen naar ons toe. Een beetje een no man’s
land, zo voelt het, en dat heb ik ook met mijn vaderland.
Ik mis Israël als ik hier ben en Nederland als ik daar ben.
Mijn roots liggen daar, terwijl ik me in Nederland
professioneel ontwikkeld heb. Het blijft een pijnlijk
conflict.
Het conflict als metafoor is ook het thema
van zijn nieuwe jubileumchoreografie, For Heaven’s
Sake, die in november tijdens het Holland Dance
Festival in Den Haag in première zal gaan. In samenwerking
met het Portugese moderne dans-gezelschap Ballet Gulbenkian
stelt Galili zich de vraag waarom mensen er schijnbaar zo’n
plezier aan beleven elkaar te bevechten. De choreografie
gaat weliswaar niet over de strijd tussen Israël en de
Palestijnen van de afgelopen anderhalf jaar, of over alles
wat er na de aanslagen in Amerika is gebeurd, maar Galili
maakt zich wel zorgen over de toestand in de wereld. For
Heaven’s Sake is mijn persoonlijke interpretatie, over
de zorgen die ik me maak en de pijn die ik voel. Als ik
nadenk over de consequenties van al die conflicten en het
gebrek aan communicatie, bekruipt me een heel eenzaam
gevoel. Telkens als ik terugga naar Israël vraag ik me af
of ik er mezelf kan zijn en of anderen er zichzelf nog wel
kunnen zijn. Ik was een tijd geleden in Kroatië en daar
ervoer ik hetzelfde. De complete ontworteling, de angst.
Wat dat betreft heeft de wereld, zeker na 11 september, z’n
onschuld verloren.
Op de vraag hoe je je persoonlijke
gevoel en ervaringen in dans verwerkt, komt een
voorbeeld: “Ik kan met m’n hand op m’n been klappen, en dan
is er niets aan de hand. Doe ik het twaalf minuten lang dan
wordt die plek rood en pijnlijk en door in een steeds
extremer ritme door te gaan, wordt het ook pijnlijk om naar
te kijken. Voor mijzelf en voor een toeschouwer is dat
lichaam na twaalf minuten een ander lichaam geworden. Op
zo’n manier probeer ik iets te symboliseren en het publiek
te raken. Het makkelijkst zou zijn om een geweer op toneel
te tonen, maar dat kun je met goed fatsoen niet meer doen
na de aanslagen. De psychologische vertaalslag zit ‘m in
het beperken van de ruimte voor de twintig dansers, en in
het maken van ongewone bewegingen door gewrichten
en ‘scharnierpunten’ van dansers te beperken. Ik ga nog
niet verklappen hoe dat eruit komt te zien, maar het zal
zeker iets met je doen.”
Itzik Galili gaf Jaap van
Keulen de opdracht om de muziek voor For Heaven’s
Sake te componeren. Behalve vijf musici uit het Midden-
Oosten speelt ook elektronische muziek een belangrijke rol.
Volgens Galili ontstaat zo een balans tussen oost en west,
en zal de muziek niet meteen afgedaan worden als Midden-
Oosten folklore. Op zoek naar een balans tussen twee
thuislanden, zegt Galili zichzelf nog steeds niet gevonden
te hebben. In tekstfragmenten die hij schreef voor For
Heaven’s Sake klinkt luid missen en verliezen door.
FOR HEAVEN`S SAKE IN
DE
VOLKSKRANT
De poëzie van het geweld in Galili’s
briljante dans
Recensie door Annette
Embrechts, de Volkskrant, 3 december 2001
Waar
ligt de pijngrens van een danser? Die vraag zoemt in je
hoofd tijdens de openingsscène van For Heaven’s
Sake, de nieuwste choreografie van Itzik Galili. Bijna
tien minuten klappen twee mannen op hun lichamen. Eerst een
rustig ritme, synchroon. Alsof ze zichzelf, het publiek, de
vijf musici achter hen en de grote groep dansers in de
coulissen warm willen draaien voor een energieke
voorstelling. Onderwijl gaat het stoffen jasje uit, dan de
broek. Ze klappen maar door. De vlakke hand tegen de knie,
de borstkas, het hoofd. Hun lijven kleuren rood. Op de
eerste rij houdt een ouder echt paar het niet meer
uit.
Net als de ogen van dit tergende, confronterende
maar ook fascinerende ritueel weg willen kijken, stormt de
groep dansers van het Groningse Galili Dance en het
Portugese Gulbenkian het toneel op. In slagorde stellen ze
zich op om in een bedwelmende belichting het klapritme aan
te vullen met getrommel. Achter hem vult het combo de
percussie aan met subtiele roffeltjes. Vervolgens ontrolt
zich een van de mooiste, energiekste en spannendste
dansscènes van het Holland Dance Festival 2001, dat met
deze voorstelling afsloot.
De groep ontploft in duetten,
strak uitgelicht door cirkelspots. Dansers rennen het
podium op, gooien een collega over hun schouder, trappen
een ander tegen de kuit, lopen over een rug. Ze cirkelen
hun benen, strekken hun armen verlangend uit om enkel
leegte te omvatten, gunnen zich nauwelijks rust want het
lichtplan dwingt hen weer naar een andere spot. Twintig
dansers – tien uit Lissabon, tien uit Groningen - ,
vertolken een volk in opwinding. De dynamiek appelleert aan
een clash, zonder te vervallen in een illustratief treffen.
For Heaven’s Sake gaat over de wereld waar
Galili tien jaar geleden vandaan kwam: Israël, het Midden-
Oosten – “Waar sommigen zich laten verleiden tot geweld als
ware het poëzie”, zegt de choreograaf in de folder. Galili
maakt op zijn beurt weer poëzie van het gewelddadige
conflict in het Midden-Oosten in een van zijn beste
voorstellingen sinds hij een paar jaar geleden in Groningen
neerstreek.
Het grote ensemble het immense podium en de
live vertolkte muziek verleiden hem weer tot het sfeervolle
idioom waarmee hij in Nederland zo veel indruk maakte:
robuust, onbesuisd, gewelddadig, geladen en toch van een
fragiele schoonheid door de ontroering die met name uit de
duetten opstijgt. Ook in For Heaven’ Sake
vergaloppeert Galili zich soms nog aan te lange scènes en
te symbolische rekwisieten zoals protheses, joods brood en
borden met existentiële teksten in kapitalen. Eerdere
voorstellingen gingen wel eens ten gronde aan dit soort
expliciete verwijzingen.
In For Heaven’s Sake stuurt
Galili echter op tijd bij door de groepschoreografie zo te
orkestreren dat de geladen sfeer steeds wordt verdiept. Met
dank aan de vijf musici die op fluit, sitar en percussie de
toeschouwer Galili’s wereld binnen lokken zonder
nadrukkelijke aanwezigheid.
De dansers slechten op hun
beurt de opgelegde barrières van de medische hulpstukken
met ingenieuze capriolen en uitdagende conflicten. Soms
sluiten ze de rijen, soms breken ze paarsgewijs uit. Ze
delen het brood maar jatten het ook uit elkaars
mond.
Aan het slot wandelt een danser naar het licht en
filosofeert in de woorden van Galili over dat wat deze
Israëliër altijd met zich mee torst: zijn betwiste land,
zijn verleden, zijn pijngrens. Voor één avond wandelde een
zaal vol toeschouwers even met hem
mee.
FOR
HEAVEN`S SAKE IN HET
NRC-HANDELSBLAD
Recensie
door
Isabella Lanz,
NRC Handelsblad,
3
december 2001
Met een geweer op het toneel het
wereldleed verbeelden kan niet meer, zei choreograaf Itzik
Galili onlangs in deze krant. Zeker niet na 11 september.
Hoe dan wel de pijn en zorg uit te drukken die hij voelt om
het uitzichtloze conflict in zijn geboorteland Israël, of
om de ellende elders in de wereld? Bij de opening van
For Heaven’s Sake plaatst hij twee dansers op het
podium. Met hun handen ketsen ze minuten achtereen op hun
bijna naakte lijf, eerst in een fraai ritmisch patroon, dan
rauwer en harder. Geseling, rouw, zelfverminking. Die trits
benauwende beelden roept het duo op. Galili maakte For
Heaven’s Sake voor twintig dansers, leden van het
Portugese Gulbenkian Ballet en van zijn eigen Galili Dance.
De plaats van handeling moet wel het Midden-Oosten zijn.
Die kleur bezit althans de muziek die Jaap van Keulen
componeerde: donker slagwerk, afgewisseld met melancholieke
klanken die vijf musici uit hun traditionele instrumenten
tover.
Na een uniforme trommeldans volgt opnieuw een
heftig deel. De dansers dragen dan protheses, door Ascon de
Nijs inventief ontworpen hulpstukken die aan armen of benen
zijn bevestigd. Daarop strompelen ze voort als opgejaagd
wild dat bedreigd lijkt te worden door een onzichtbare
vijand, tot ze elkaar struikelend onder de voet lopen.
Hoogtepunt in deze wrange scène is een monoloog die Stephen
Shropshire, leunend op een kreupel been, bijna uitspuugt:
een cynisch verslag uit The Times van september 1982, over
de slachting in het Palestijnse vluchtelingendorp Chatila
door Israëlische milities.
In politiek opzicht is
Galili moedig, door consequent de noodzaak van de weg van
rede naar vrede te blijven verdedigen. Ook in artistiek
opzicht ontbreekt hem geen lef, door zo’n heikel thema uit
te werken in een dansstuk dat driftige groepsdans knap
afwisselt met theatrale beelden, en dat in zijn geheel
uitermate geïnspireerd overkomt.
FOR HEAVEN`S SAKE IN SP!TS (december 2001)
Tussen
opzwepend en subtiel
Recensie door Anneke
Ruys,
Sp!ts, 3 december 2001
Passend in
het thema ‘Going Places’ van het Holland Dance Festival
creëerde de uit Israël afkomstige, maar in Nederland
woonachtige choreograaf Itzik Galili zijn nieuwe ballet
For Heaven’s Sake. Twee verschillende gezelschappen –
Het Noord-Nederlandse Galili Dance en het Portugese
gezelschap Gulbenkian – stonden afgelopen vrijdag naast
elkaar op het podium van het Lucent Dans Theater in Den
Haag voor een avondvullende voorstelling, begeleid door
musici uit het Midden-Oosten.
Traditionele oosterse
klanken in combinatie met elektronica vormden de balans
tussen oost en West. Het werk van Galili kenmerkt zich door
de combinatie van dans met theatrale elementen. De
voorstellingen zijn aan de ene kant abstract en
spectaculair en aan de andere kant intiem en poëtisch en
de choreograaf gebruikt kunst om een dieper inzicht te
geven in het menselijk bestaan. For Heaven’s Sake
portretteert de wijze waarop Galili zijn zorgen uit over de
huidige toestand in de wereld en de pijnen die hij hierover
voelt.
De dans is abstract en extreem fysiek in
combinatie met theatrale symboliek Die symboliek is meteen
voelbaar in de eerste scène van de voorstelling. Twee
mannen klappen met de handen op de benen, eerst langzaam en
daarna steeds sneller, uiteindelijk uitmondend in een
extreem ritme. Tien minuten lang gaat het klappen door
totdat het door de rode plekken bijna pijnlijk en
beklemmend wordt om naar te kijken. Dan bevolkt de groep
dansers het podium gevolgd door de musici die het publiek
met magische klanken opzwepen.
For Heaven’s Sake
slingert je heen en weer tussen spectaculaire snelheden en
momenten van volledige intimiteit. Dans, lichteffecten en
oosterse muziekklanken weten brute en subtiele momenten
knap af te wisselen. Op het podium maken de dansers
slepende, ongewone bewegingen en portretteren ontworteling
en angst. For Heaven’s Sake is krachtig en intens,
theatraal zonder overdrevenheid. Een voorstelling niet om
te zien, maar om te beleven.
NIEUWE RECENSIE TRANSPARENT (oktober 2001)
De vrouw, de vrouw
Recensie door
Herman Sandman, Groninger Gezinsbode, 31 oktober
2001
Bedek eens een podium met rijst, of
nee, laat stromen witte korrels op een vrouw neerdalen en
zie wat er gebeurt. Galili Dance deed het zaterdag in het
Grand Theatre en een wonderlijke wereld opende zich in
Hamutz Matok, een wereld van de vrouw volgens
Sara Wiktorowicz en Michal Sharon. Nog indrukwekkender
waren de creaturen in Trepverter, waarmee het
drieluik Transparent werd afgesloten. Ook
voor het noordelijke dansgezelschap is het seizoen geopend.
En hoe.
Wiktorowicz en Sharon tekenden voor de
uitvoering van alledrie de duetten en toonden zich in deze
onaardse choreografieën kwetsbaar, ongepolijst (lees:
puur), maar vooral krachtig.
Zowel in het door hun zelf
geschreven stuk, als in het veelbekroonde Rose can’t
wait van Ronit Ziv en Trepverter van
Jordi Cortés Molina. Bewegingen leken onaf, alsof de
personages twijfelden, moesten wennen aan zoveel intimiteit
en vrijheid. Maar dat was natuurlijk niet zo. De dames
waren scherp en vol passie.
In het openingsstuk van Ziv
vormden bloempotten een ondertekening. De rij veranderde
van geordend, tot chaos, tot kapot gegooid. Onderwijl
verwerd de dans van synchroon tot wanhopig gekronkel,
waarin de in DDR-grijs gestoken danseressen bijna vrij
worstelden. Ondersteunen, afstoten en elkaar omhoog
sleuren. Onhandig. Was het wel een bevrijding? De
klaterende rijst in Hamutz Matok bleek van
een wonderbaarlijke schoonheid. Van deze bijna fragiele
setting ging het naar een slingerende bruidstaart, waar
Sara en Michal gebiologeerd naar keken. Wiktorowicz en
Sharon bewogen zich door een spectrum van stemmingen. En de
vrouw zou geen vrouw zijn, als dat niet intens was.
Nog
een stapje verder ging Trepverter, waarin een
compleet verhaal. Scenes sprongen van een verwoestend
feestje tot een schimmenspel met twee kasten op ‘the day
after’. Er werd gesproken, geschreeuwd zelfs, met kreten
van frustratie en woede. Helemaal van een andere wereld
waren de gemaskerde creaturen die Wiktorowicz en Sharon uit
hun lichamen toverden. Kronkelende wezens. Waren dit ook
vrouwen?
RECENSIE TRANSPARENT
(oktober 2001)
Galili Dance indrukwekkend in aangepunte
gevoeligheid
Recensie door Minke Muilwijk,
Nieuwsblad van het Noorden, 26 oktober 2001
In
de korte stilte tussen het doven van de toneellampen en het
aangaan van het zaallicht, hoorde je de hijgende ademhaling
van twee danseressen die ontwaakten uit hun concentratie.
Zo’n moment van spanning op het punt van breken, dat is
altijd prachtig, en het was gisteravond maar één van de
ervaringen die je in de zaal op scherp hielden. De drie
duetten die Michal Sharon en Sara Wiktorowicz van Galili
Dance onder de noemer Transparent over het
voetlicht brachten waren stuk voor stuk indrukwekkend in
hun uitgelijnde symmetrie en aangepunte gevoeligheid.
In
Rose can’t wait, de dubbel bekroonde
choreografie van Ronit Ziv, zag je eerst afstand en
beheersing in steile diagonalen, een rij bloempotten in het
gelid, die zich laten stapelen, rangschikken en kapot
gooien op het dwangmatige ritme van de muziek van Gil
Wasserman. Waarna een bewegingloos, stil afwachten in een
bijna dierlijke waakzaamheid, overgaand in slepende,
vloeiende elegante bewegingen van elkaar onderuithalen en
weer oprichten, wegduwen en opvangen. Het straalde kracht
uit, en intensiteit, het was theatraal zonder voordelig
ogende poeha, ernstig en lichtvoetig tegelijk. Er zat adem
en humor in de hele voorstelling, in de kamikazeoefening
aan een denkbeeldige barre in Molina’s
Trepverter, in de ritselende regen van rijst
en de bruidstaart die voorbij kwam vliegen in Hamutz
Matok. Je zag de danseressen een stukje opvoeren
van languisante wuifjes en verveelde blikken, of zich
foetaal oprollen tussen de knisperende rijstkorrels, in
halflicht. In het wellesnietes van zwei Seelen sind, ach
in meiner Brust spraken Sharon en Wiktorowicz een taal
van energieke poëzie, het lichaam in samenspraak met woord
en mimiek. Zoals ook de schoonheid van Molina’s
Trepverter alles had te maken met de
emotionele kracht van hun fysieke beheersing. Dat gaf hun
dans de intensiteit die zich in de concentratie meedeelde
aan de zaal, waarvan je je pas bewust werd op het moment
dat het toneellicht doofde.
RECENSIES FRANKRIJK (september 2001)
Article written by: Marie-Christine Vernay,
Liberation, September 2001
At the
festival Biarrot “a time of love” four tender and cynical
pieces from the Israeli choreographer Itzik Galili:
The “Shalom” of Galili
The festival is
called: ‘a time of love’. A modest title but not really a
good one although we got used to it. On the evening of
Tuesday 11 September while the company of the Israeli Itzik
Galili was performing in the Salle du Casino, the title of
the festival momentarily did make sense, even more because
this theme is directing the choreographer in his actions,
in his life and in it’s conception itself of a
multicultural company set in Groningen in a passionate
fight for peace. The programme he proposed especially for
Biarritz with three short pieces from 1995 and one more
recent from last year, is not representative of his work as
a whole especially with his young company created only two
years ago, but it places him very clearly on the side of
choreographers who are focused on subjects like philosophy
and humanity . Even playing around with his way of
expressing himself with a very sharp cynical humour, he is
a man very evidently wounded and has put himself on the
side of the underdog, his performances are of filled with
grand tenderness and delicacy without a shade of military
organisation in the space as well as in movement.
Solitude
This is very noticeable in For many
days now, a very simple piece without pretence. The
stage is filled with white roses, strictly and sadly spread
as if to signify a military symmetry. A man leans over the
dead child he is. The entering of a female dancer, who
slowly picks the flowers, will almost change nothing: a
very small beginning of a duet in unison. He will again
start his solitary ritual. The second duet appears less
tasty: Between L…, rhythmed by the text-sound of
Galili, is of a classical fabric, a non communicative
dialogue and a shower of light. Things I told nobody
which dates from 2000, is acting as an alarm-bell in the
way that it demonstrates the talent of a choreographer in
its full development who is already an author of structured
works for Ballet du Nord and Les Ballets de Monte-Carlo. It
all starts with the illumination of the floor, which
announces the solo of a soldier without guns and one lamp.
The classical hits come one after the other on the sound
tape. All mixed in a style which Itzik Galili does not have
or does not want, at least for now. He is searching,
creating in a still timid way around his own cynicism
(which is not harmful) and around a wound that is still not
healed. Without any doubt we will see him again.
---
-----------------------------------------------------------
Article written by:
Muriel Steinmetz,
L’Humanité, September 2001
Born in Tel Aviv,
living in Holland, Itzik Galili is presenting himself for
the first time in France. Previously a dancer at the
Batsheva Dance Company he presented four pieces in
Biarritz, including Things I told nobody, his latest
creation and For many days now, a duet, where the
choreographer makes his dancers move in a garden of Eden
filled with flowers, stuck in the ground. The defiant
proposition, by the man, consists of playing the role in
reverse order, once the flowers are picked by his partner.
His hands are strongly designed and are moving in the air
inviting the flower to grow. In the second section, he is
constantly repeating his gesture as a woman cuts and takes
away from him the plants from under his eyes. Like this we
are going from full to empty, from the visible to the
invisible for this work which is not short of breath.
Biblical.
When You See God Tell Him, another
duet, is asking two bodies to come and touch themselves
less than touch each other, which are executing snake like
movements together. The dance floods, lightly, without
drama from one body to the other. It is fast, very
technical, and eventually filled with mystic. The basic
situations grow with time and the duet from physical is
changing into a spiritual happening. Her buns stretch
toward the man we would think that she is first offering
herself. but It is that he is leaning over the keyhole she
appears to look for truth. The stage is vibrating from
elsewhere towards a point which the bodies are stretching
themselves with all their muscles and their nerves.
Between L…. Dressed in purple shorts with
magnificent printing, imprisoned in a halo of light, in a
diagonal from one to the other and in unison. The dancers
play and replay the same codes as if they were repeating a
scene. The movements are doubled while a flirtatious
conversation is held without any restrictions, which leaves
them breathless. Between the words and the gestures the
rhythm is very accurate without anything added but a
complete investment in the space, physically or mentally.
As the time passes the movements seems so well incorporated
that the minds of the audience are only focused on the
conversation. The bodies become a simple instrument of the
dance. They are answering to this signals he is giving you
to see. Finally Things I Told Nobody is likeable in
parts. We like the opening scene: a dancer is moving in a
restricted space. He bends poetical in the small restricted
territory. Then multiple lamps are lighting up in an
atmosphere filled with smoke. Other silhouettes appear,
moving with small gestures, oppressed by the weight of an
imaginary ceiling. Strapped into animal like skins the
silhouettes evolve on melody of Mozart, Vivaldi, Händel,
Purcell and not forgetting Satie in the final solo. The
contrary triumph of the bodily tension in this classical
dance, the group of dancers are executing a broken,
crashing choreography, sometimes warlike but not without
humour. Bravely gracing their steps on the de-figured notes
of the rhythmic suspensions of the
piano.
RECENSIES ISRAëL (juli 2001)
Article
written by:
Ruth Eshel, Haartz (juli 2001)
From Holland we have the excellent
modern dance company of Itzik Galili. Things I Told
Nobody is an original in it’s movement language and
intimate nuances. The interpretation from the dancers was
shining with quality. The dance reminded me of the style of
Mark Morris in the rich imagination and usage of space and
the focus on pure movement.
The Drunken Garden
was a celebration of dialogue between the dancing body and
the body as an instrument through sounds, voices, tapping
and drumming. The work is a bit long but the surprising end
makes the whole piece to a big hit.
-----------------
----------------------------------------------------
Article written by:
Ora Brafman, The
Jerusalem Post (juli 2001)
ITZIK GALILI, a
former Batsheva dancer, established his own company in
Holland, where the conditions for dance are more
favorable.
Several years have past and only now can we
enjoy the fruits of his endeavors on local stages. In that
time, he has acquired a rather fine reputation
abroad.
Galili has included Things I told nobody
and The Drunken Garden – a finely balanced
performance that offers a good look at what he has been
doing.
Perhaps, the most impressive impression of his
work, is the way he uses his dancers to the utmost in terms
of attentiveness, concentration and precision. The first
piece displayed his original movement vocabulary and
qualities such as inner intensity, controlled energy and,
surprisingly, a measure of modesty.
The second work
reveals Galili’s wilder side and energy. In The Drunken
Garden, his group has a ball and produces an in-depth
orchestrated sound effect through thumping, stomping and
knocking. The vocal accompaniment – made of screams, shouts
and recitation of gibberish – also generates an intriguing
energetic effect that is both exhilarating and
unique.
Credits
componist: Jaap van Keulen